Haptonomie

Haptonomie gaat over voelen. Vertaald uit het grieks betekent haptonomie zoveel als ‘gevoelskunde’. Voelen doen we met ons tastvermogen, dat zich overal in onze huid bevindt. We voelen bijvoorbeeld warmte, koude, hard en zacht. Naast dit zogenaamde sensorische voelen zijn er nog veel meer vormen van voelen.
We kennen allemaal wel de ervaring dat we een ruimte binnenkomen en voelen: ah, wat een heerlijke plek is dit. Ons tastvermogen gaat als het ware open: ja, hier wil ik zijn! Er is dan een beweging van ‘open’ of ‘er naar toe’. Het tegenovergestelde is het ‘sluiten ‘of ‘ergens van weg willen’. De ervaring is dan ‘het is hier níet prettig’. Dit basale voelen van openen en sluiten gebeurt de hele dag door. Het is als het ware het principe waarop wij mensen zijn gebouwd.
Een andere vorm van voelen is ‘doorvoelen’: dit doen we b.v. met de pollepel of de soep aanbrandt op de bodem van de pan. Via de pollepel voelen we dan iets hards als het is aangebrand.
Voelen in ons lichaam kan op vele manieren. Wie kent niet de spreekwoordelijke knoop in de maag of een dichtgeknepen keel. Onze emoties laten zich vaak op verschillende plekken in het lichaam voelen. Bang geeft een ander gevoel dan blij; boos anders dan verdrietig. Elk lichaam heeft daar zijn eigen verhaal in.
In de haptonomie gaat het over ál deze vormen van voelen. En over de mogelijkheden om er over te beschikken. Voelen gaat over levendigheid; niet voelen is als afwezigheid van leven. Hoe meer we ons lichaam kunnen beleven, hoe meer levendigheid en vitaliteit er in het lichaam is.
In de haptonomie raken we de ander letterlijk aan: aanraken is de meest directe vorm van voelen.
We raken de ander aan met affectiviteit: met gevoel voor de hele mens. Er hoeft niets ‘gefixt’ te worden, we raken aan vanuit de intentie dat elk mens een ‘wezenlijk goed’ in zich heeft. Iemand aanraken vanuit deze zogenaamde affectieve bevestiging heeft de intentie om de ander te laten voelen dat hij goed is zoals hij is. “Niets is zo bevestigend als een aandachtige, affectieve aanraking met respect voor de eigenheid van de ander”. (E. Plooij, 2015) Dit helpt om bewust te worden van wat er in het lichaam te voelen is en om daarmee verbinding te maken.

Deze verbinding is letterlijk te voelen door b.v. een afname van spierspanning, een soepele huid en een gezonde kleur.
In de haptonomie wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘drieluik’, een model voor contact. Het is een versimpeling van de werkelijkheid van het contact met jezelf en de ander. Want wat is dat eigenlijk, verbinding of contact?
Denk aan een schilderij dat drie panelen heeft. Deel I (links) gaat over wat jij voelt van jezelf en van de ander, deel II (rechts) gaat over wat de ander voelt van zichzelf en van de ander. De mate van openen (te voelen in het lichaam als ontspanning) en sluiten (te voelen in het lichaam als spanning) beïnvloedt het ontstaan van contact, deel III (midden). Als jij en de ander openen, kan er wederkerigheid ontstaan: contact, verbinding. Je zou het lichaam ook als huis kunnen zien. In de metafoor van het lichaam als huis: als jij thuis bent in je eigen lijf, dan kun je de post ontvangen. En dus ook: als jij niet thuis bent (niet voelt of je open of gesloten bent), kun je de post niet ontvangen.
 
Een bijzondere plek in de haptonomie heeft de zogenaamde ‘basispresentie’. Het voelen van het bekkengebied als lichaamszwaartepunt, het gevoelsmidden, de zogenaamde ‘basis’. Aanwezigheid voelen van de eigen bodem geeft een gevoel van veiligheid en draagkracht. Een ‘thuis in jezelf’, waar o.a. ook de emoties in gedragen worden.